In de beleidsbrief 2016-17 somt de minister van Financiën een aantal fiscale maatregelen op die in 2017 invoege zullen treden. Het betreft:
Afschaffing van de speculatietaks en aanpassing beurstaks
De speculatiebelasting werd geëvalueerd en afgeschaft. Het invoeren van de speculatietaks had een sterke daling van de taks op de beursverrichtingen tot gevolg. De huidige plafonds waarop de beurstaks van toepassing is zullen echter worden verdubbeld.
Er wordt ook een wijziging doorgevoerd aan de taks op de beursverrichtingen om een level playing field te bekomen tussen Belgische en buitenlandse financiële tussenpersonen.
Verhoging van de roerende voorheffing naar 30 %
De roerende voorheffing wordt verhoogd van 27 naar 30 % per 1 januari 2017.
De belastingkredieten (teruggave door fiscus) voor asielzoekers werden in 2016 afgeschaft. De asielcrisis stelt ons voor maatschappelijke en financiële uitdagingen. Onze samenleving is er één van rechten en plichten, van burgerschap. Asielzoekers zonder beroepsinkomsten kunnen dan ook niet langer genieten van een belastingkrediet voor kinderen ten laste.
In uitbreiding van bovenstaande zullen andere fiscale voordelen worden gekoppeld aan een minimale verblijfsduur.
Sluiten achterpoort voor niet-belaste interne meerwaarden
Een veelgebruikte techniek om roerende voorheffing te ontwijken is de inbreng van aandelen van een exploitatievennootschap in een holdingvennootschap, gevolgd door:
a) de opstroom van dividenden vanuit de exploitatievennootschap naar de holding;
b) een kapitaalvermindering in de holding.
Op die manier worden gelden uit de exploitatievennootschap gehaald aan 1,69 %.
Hier zullen enerzijds gerichte controles op gedaan worden en anderzijds zal voor de vanaf 1/1/2017 gedane inbrengen deze situatie worden aangepakt door een aanpassing van de wetgeving.
►Lees ook: Jaarrekeningen - Wijzigingen kleine vennootschappen en invoering microvennootschappen
Mobiliteitsbudget
De minister van Werk, de minister van Sociale Zaken, de minister van Mobiliteit en ikzelf zullen tegen april 2017 een kader uitwerken waarbinnen werknemers in wiens loonpakket een bedrijfswagen (met of zonder tankkaart) vervat zit, kunnen kiezen om, met het akkoord van hun werkgever, de bedrijfswagen (en desgevallend tankkaart) om te zetten in een mobiliteitsbudget of in de vorm van een bijkomend nettoloon. Het bedrag dient fiscaal en parafiscaal op gelijkaardige wijze te worden behandeld als de bedrijfswagen.
Bij de invoering hiervan gaat men uit van budgetneutraliteit, zowel voor de individuele werkgever, de individuele werknemer als de overheid.